buono
goed
cattivo
slecht
grande
groot
piccolo
klein
lungo
lang
alto
lang
basso, corto
kort
bello
mooi
brutto
lelijk
dolce
zoet
salato
zoutig
spesso
dik
sottile
dun
veloce
snel
lento
traag
salutare
gezond
duro
hard
debole
zwak
pesante
zwaar
morbido
zacht
chiuso
gesloten
amichevole
vriendelijk
ricco
rijk
povero
arm
felice
gelukkig
-
Bijvoeglijke naamwoorden
-
De Franse taal is erg mooi.
-
De WiFi in deze bibliotheek is heel traag.
-
Het winkelcentrum zal uitzonderlijk gesloten worden om 20uur.
-
Je moet gezond eten om gezond te zijn.
-
Vriendelijke mensen worden gewaardeerd in de samenleving.
-
Ik heb heel hard aan dit project gewerkt.