Nederlands

Nederlands

Natuur - Natuur

Bescherm het milieu en onze planeet door je gedrag te veranderen

erf

erf

tuin

tuin

gras

gras

bloem

bloem

steen

steen

blad

blad

bos

bos

berg

berg

meer

meer

rivier

rivier

zee

zee

land

land

maan

maan

zon

zon

lucht

lucht

Weer

Weer

graden

graden

temperatuur

temperatuur

vocht

vocht

heet

heet

warm

warm

koud

koud

zonnig

zonnig

glad

glad

sneeuw

sneeuw

vorst

vorst

wolk

wolk

regen

regen

mist

mist

wind

wind

hagel

hagel

donder

donder

storm

storm

Natuurrampen

Natuurrampen

lawine

lawine

droogte

droogte

orkaan

orkaan

overstroming

overstroming

bosbrand

bosbrand

aardbeving

aardbeving

  1. Natuur

    Natuur

  2. Wat voor soort natuur heeft uw land?

    Wat voor soort natuur heeft uw land?

  3. Mijn land heeft de mooiste natuur van Europa.

    Mijn land heeft de mooiste natuur van Europa.

  4. Heb je mijn bloemen gekregen?

    Heb je mijn bloemen gekregen?

  5. Ja, ik kon ruiken dat ze vers uit uw tuin kwamen.

    Ja, ik kon ruiken dat ze vers uit uw tuin kwamen.

  6. Bent u al in Zwitserland geweest?

    Bent u al in Zwitserland geweest?

  7. Ja, ik ben in de Alpen geweest, het uitzicht is geweldig.

    Ja, ik ben in de Alpen geweest, het uitzicht is geweldig.

  8. Weer

    Weer

  9. Hoe is het weer vandaag?

    Hoe is het weer vandaag?

  10. Het is een zonnige dag, maar morgen is het bewolkt.

    Het is een zonnige dag, maar morgen is het bewolkt.

  11. Is de winter koud in Finland?

    Is de winter koud in Finland?

  12. De winter is koud, lang en donker.

    De winter is koud, lang en donker.

  13. Hoe denk jij over klimaatverandering?

    Hoe denk jij over klimaatverandering?

  14. Nou, vorig jaar was het de warmste zomer ooit, het is zeer verontrustend.

    Nou, vorig jaar was het de warmste zomer ooit, het is zeer verontrustend.

  15. Natuurrampen

    Natuurrampen

  16. Heb je het nieuws gezien? Italië is getroffen door een aardbeving.

    Heb je het nieuws gezien? Italië is getroffen door een aardbeving.

  17. Nee, dat heb ik niet. Vreselijk nieuws, was het krachtig?

    Nee, dat heb ik niet. Vreselijk nieuws, was het krachtig?