Nederlands

Nederlands

Voedsel - Voedsel

Winkelen voor basisbenodigdheden in je dagelijks leven

Basisvoedsel

Basisvoedsel

brood

brood

suiker

suiker

zout

zout

olie

olie

rijst

rijst

kaas

kaas

chocolade

chocolade

ijs

ijs

ei

ei

soep

soep

Dranken

Dranken

water

water

thee

thee

koffie

koffie

sap

sap

melk

melk

yoghurt

yoghurt

frisdranken

frisdranken

alcohol

alcohol

bier

bier

wijn

wijn

Fruit

Fruit

appel

appel

peer

peer

perzik

perzik

druif

druif

kiwi

kiwi

kers

kers

aardbei

aardbei

bosbes

bosbes

framboos

framboos

watermeloen

watermeloen

Groenten

Groenten

aardappel

aardappel

tomaat

tomaat

komkommer

komkommer

ui

ui

knoflook

knoflook

boon

boon

erwt

erwt

broccoli

broccoli

paprika

paprika

wortel

wortel

Vlees

Vlees

rundvlees

rundvlees

varkensvlees

varkensvlees

geitenvlees

geitenvlees

kip

kip

vis

vis

rendiervlees

rendiervlees

lamsvlees

lamsvlees

worst

worst

gehakt

gehakt

biefstuk

biefstuk

  1. Basisvoedsel

    Basisvoedsel

  2. Weet jij een supermarkt in de buurt?

    Weet jij een supermarkt in de buurt?

  3. Er is een supermarkt naast het treinstation.

    Er is een supermarkt naast het treinstation.

  4. Kan ik de prijzen ook op jullie website vinden?

    Kan ik de prijzen ook op jullie website vinden?

  5. Meestal plaatsen wij alleen speciale aanbiedingen op onze website.

    Meestal plaatsen wij alleen speciale aanbiedingen op onze website.

  6. Dranken

    Dranken

  7. Heb je deze week een speciale aanbieding?

    Heb je deze week een speciale aanbieding?

  8. Alleen vandaag is er fruit in de aanbieding.

    Alleen vandaag is er fruit in de aanbieding.

  9. Hoeveel kost een kilo aardappelen?

    Hoeveel kost een kilo aardappelen?

  10. Vandaag hebben we een aanbieding, 1 euro per kilo.

    Vandaag hebben we een aanbieding, 1 euro per kilo.

  11. Fruit

    Fruit

  12. Kun je me helpen om rundvlees te vinden?

    Kun je me helpen om rundvlees te vinden?

  13. Ga rechtdoor tot rij nummer 10 en sla dan rechts af.

    Ga rechtdoor tot rij nummer 10 en sla dan rechts af.

  14. Ik moet vis kopen voor het avondeten, waar kan ik die krijgen?

    Ik moet vis kopen voor het avondeten, waar kan ik die krijgen?

  15. Je kunt goede vis vinden bij de visafdeling in de supermarkt.

    Je kunt goede vis vinden bij de visafdeling in de supermarkt.

  16. Groenten

    Groenten

  17. Verkoop je dierenvoeding en dierenproducten?

    Verkoop je dierenvoeding en dierenproducten?

  18. De dierenafdeling bevindt zich op de tweede verdieping.

    De dierenafdeling bevindt zich op de tweede verdieping.

  19. Waar is het dichtsbijzijnde winkelcentrum?

    Waar is het dichtsbijzijnde winkelcentrum?

  20. Het dichtstbijzijnde is een paar kilometer verderop.

    Het dichtstbijzijnde is een paar kilometer verderop.

  21. Vlees

    Vlees

  22. Verkoop je rundsvlees?

    Verkoop je rundsvlees?

  23. Ja, dat doen we. We hebben een speciale aanbieding vandaag.

    Ja, dat doen we. We hebben een speciale aanbieding vandaag.

  24. Hoelaat sluit je vandaag?

    Hoelaat sluit je vandaag?

  25. We zijn elke dag open van 8uur tot 18uur.

    We zijn elke dag open van 8uur tot 18uur.