Software

Programa

bestand

ficheiro

nieuw

novo

open

abrir

opslaan

salvar

afdrukken

imprimir

sluiten

fechar

bewerken

editar

knippen

cortar

kopiëren

copiar

plakken

colar

invoegen

inserir

verwijderen

apagar

bekijken

ver

update

atualizar

netwerk

rede

draadloos

sem fios

Hardware

Equipamento

computer

computador

scherm

ecrã

muis

rato

kabel

cabo

toetsenbord

teclado

printer

impressora

processor

processador

harde schijf

disco rígido

moederbord

placa-mãe

elektronica

eletrónica

Web

Internet

website

website

ontwerp

desenho

pagina

página

foto

foto

Telefoon

Telemóvel

oplader

carregador

batterij

bateria

hoofdtelefoon

headphones

telefoonnummer

número de telemóvel

bel

tocar

telefoonhoesje

capa de telemóvel

geheugenkaart

cartão de memória

abonnementen

subscrições

meldingen

notificações

instellingen

definições

  1. Software

    Software

  2. Weet jij hoe je een bestand op jouw computer moet opslaan?

    Sabes como guardar um ficheiro no teu computador?

  3. Natuurlijk, ik volg momenteel online cursussen over deze materie.

    Claro, estou atualmente a tirar um curso online sobre esse assunto.

  4. Kun je mij de laatste update sturen van het spel dat je mij voor mijn verjaardag hebt gegeven?

    Podes enviar-me a última atualização do jogo que me deste pelo meu aniversário?

  5. Ja, ik zal het je per e-mail sturen.

    Sim, vou-te enviar-to por e-mail.

  6. Hardware

    Equipamento

  7. Weet jij waar ik mijn computer kan laten repareren?

    Sabes onde posso reparar o meu computador?

  8. Dat kun je via het internet te weten komen.

    Podes descobrir pela internet.

  9. Ik heb per ongeluk mijn toetsenbord kapot gemaakt, waar kan ik een goede vinden?

    Parti o meu teclado acidentalmente, onde posso encontrar um bom?

  10. Ik zal je het adres geven van de winkel waar ik meestal dingen koop.

    Deixa-me dar-te a morada desta loja onde costumo comprar coisas.

  11. Web

    Internet

  12. Ik wil me inschrijven voor een universitaire opleiding, wat moet ik doen?

    Eu gostava de me inscrever num programa universitário, o que devo fazer?

  13. Je moet de website van de universiteit raadplegen voor meer informatie.

    Deves verificar o website da universidade para mais informação.

  14. Telefoons

    Telemóveis

  15. Wat is er met jouw telefoon gebeurd?

    O que aconteceu ao teu telemóvel?

  16. Mijn telefoon is van de tafel gevallen en is stuk.

    O meu telemóvel caiu da mesa e partiu-se.

  17. Hoe vaak speel jij mobiele spelletjes?

    Quão frequentemente jogas jogos no telemóvel?

  18. Vroeger speelde ik veel, maar tegenwoordig veel minder.

    Costumava jogar muito, mas hoje em dia muito menos.


Advertentie